Pendelbaan
Pendelbaan met kopstation
Aan de achterzijde van de Rosenbahn is een pendelbaan gemaakt. Deze loopt boven de helling waar de treinen van het schaduwstation naar de bovenbaan en terug gaan. De pendelbaan heeft aan één zijde een kopstation en aan de andere zijde verdwijnt de trein in de berg. Dit stuk spoor was dus uitermate geschikt om een pendelbaan te maken.
Op verzoek een stukje uitleg over het aansluiten van de pendelbaan.
Er zijn 3 blokken in de rails aangebracht, een beginblok, een middenblok en een eindblok. De blokken worden aangesloten op een S88 terugmelddecoder of Viesmann 5217 (foto 6). Deze decoder zit vervolgens weer aangesloten op de Central Station 2.
Nu kan er in de CS 2 een locomotief gekozen worden die aan het pendel-traject wordt toegevoegd. Dit gebeurt in de locomotief configuratie, waarbij een pictogram (pendeltrein) wordt aangevinkt (foto 1). Voer vervolgens in elk veld van het geopende scherm het daarbij behorende contact van de terugmelddecoder S88 / Viesmann 5217 (foto 6) in en stel de maximale snelheid en wachttijd in (foto 2). Bevestig dit met het groene vinkje. In het hoofdscherm van de CS 2 staat onder de snelheidsmeter van de locomotief een pictogram (pendeltrein) vink deze aan (foto 3 & 4) en er verschijnt een groen rondje. De pendeltrein is nu direct actief en de locomotief kan nu alleen hiervoor gebruikt worden. Wanneer dit pictogram weer wordt aangeklikt verdwijnt het groene rondje (foto 5). De locomotief is nog wel ingevoerd als pendeltrein (niet actief), maar kan nu universeel worden ingezet. Wanneer de locomotief weer dienst moet doen als pendeltrein hoeft nu alleen het groene rondje te worden geactiveerd door op dit pictogram te klikken. In principe is het dus een eenvoudig systeem. Het meeste werk is het zo maken van de blokken dat de trein precies op de plaatsen stopt waar gewenst is. De pendelbaan is nu actief (foto 7).
Er zijn nog legio andere merken terugmelddecoders verkrijgbaar met dezelfde functie als de 2 genoemde decoders.